Buiten de baan is aangegeven met witte palen of witte ringen om palen.
Aangepaalde bomen moeten beschouwd worden als vaste obstakels. Indien er sprake is van belemmering (R16.1a) mag de speler deze belemmering ontwijken volgens R16.1b.
Grond in bewerking (GUR) is aangegeven met blauwe palen, witte lijnen of een ‘GUR’ bordje. Indien er sprake is van een belemmering (R16.1a), mag de speler deze belemmering ontwijken volgens R16.1b.
De rode hindernissen op hole 2/11 voorbij de green en op hole 5/14 links voorbij de vijver, ter hoogte van de greenkeepersloods zijn aan één zijde gemarkeerd en lopen door tot in het oneindige.
Het gebied binnen de hindernis gemarkeerd door rode palen met groene koppen aan de rechterkant van de fairway van hole 5 is een verboden speelzone. Als een bal binnen de hindernis in deze verboden speelzone ligt, mag de bal niet worden gespeeld zoals deze ligt en moet de belemmering door de verboden speelzone worden ontweken volgens R17.1e.
De grens van de hindernis bij de green van hole 5 en langs hole 6 wordt bepaald door de binnenzijde van de beschoeiing, de beschoeiing zelf is integraal deel van de baan, en mag derhalve niet gratis worden ontweken.
Dropping Zones: Als een extra mogelijkheid voor het ontwijken van de hindernissen bij de greens van holes 2/11 en 8/17 mag een speler met bijtelling van één strafslag een bal in de droppingzone droppen (links achter green van hole 2/11 en op hole 8/17 bij doorgang naar hole 9/18). Deze droppingzone is een dropzone zoals bedoeld in Regel 14.3. Indien de grenzen van de dropping zone niet waarneembaar zijn, worden deze bepaald door één stoklengte gemeten vanaf het bordje “Dropping Zone”.
Als de bal van een speler niet is gevonden of als het bekend of praktisch zeker is dat deze buiten de baan is, dan mag de speler de plaatselijke regel voor slag en afstand toepassen met twee strafslagen in plaats van de ontwijkoptie van slag en afstand volgens Regel 18. Deze plaatselijke regel is niet van toepassing als een provisionele bal is gespeeld. Zie voorbeeld plaatselijke regel E5 voor de volledige details van deze plaatselijke regel.
Straf voor overtreding van een plaatselijke regel: algemene straf.
Gedragsregels.
- Pas afslaan op hole 1/10 als het uw starttijd is en de flight voor u door de bocht is.
- De verboden speelzone bij hole 5 is een habitat. Betreden is niet toegestaan.
- Hole 7/16: bij het passeren van een trein niet afslaan.
Algemeen.
Afstandspalen geven afstand in meters aan van het midden van de fairway tot het midden van de green. Afstandsaanduidingen op de sprinklerdoppen in de fairway geven de afstand in meters aan tot aan de voorkant van de green.
In geval van onweer en/of onraad:
HET SPEL ONMIDDELLIJK ONDERBREKEN: bij een aanhoudende toon van een sirene.
HET SPEL ONDERBREKEN: bij herhaling, drie opeenvolgende tonen van een sirene.
HET SPEL HERVATTEN: bij herhaling, twee korte tonen van een
Tijdelijke plaatselijke regels: worden aangegeven naast de monitor in de gang.
Indien “Plaatsen”
Een bal die op een kort gemaaid gedeelte in de baan ligt, mag zonder straf worden opgenomen en schoongemaakt. De speler moet de ligplaats van de bal merken voor hij hem opneemt. De speler moet de opgenomen bal plaatsen binnen een (1) kaartlengte (15 cm) van de oorspronkelijke ligplaats en niet dichter bij de hole, op een plek die in het algemene gebied is.
Elders in het algemene gebied mag de bal zonder straf worden opgenomen en schoongemaakt. De speler moet de ligplaats van de bal merken voor hij hem opneemt. De speler moet de opgenomen bal op de oorspronkelijke ligplaats terugplaatsen.